“Haagse” discussie werkomstandigheden Eemshaven nodig
WOERDEN – Vandaag spraken Tweede Kamerleden opnieuw over de vergunningverlening voor de bouw van de kolencentrale in de Eemshaven. Reden: de stand van zaken van de zogenoemde natuurbeschermingswetvergunning van de RWE-centrale.
FNV Bouw vindt dit noodzakelijk, maar mist de discussie over de omstandigheden waarin veelal buitenlandse werknemers in de Eemshaven werken. John Kerstens, voorzitter van FNV Bouw: “De Tweede Kamer negeert de signalen over de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de ruim 5.000 werknemers die de centrale bouwen.”
FNV Bouw noemde de vernietiging van de vergunning voor de bouw van de kolencentrale eerder een buitenkans voor RWE/ Essent. Er gaat er nu nog teveel mis in de Eemshaven: onderbetaling, werken zonder contract of loonstrook, onvoldoende naleving van de cao, twijfelachtige huisvesting, onveilige arbeidsomstandigheden.
Volgens RWE/Essent zijn het de onderaannemers die zich niet aan de regels houden, maar FNV Bouw vindt dat RWE ook zijn verantwoordelijkheid moet nemen: “Als regionale banenmotor moet RWE zorgen voor fatsoenlijk werk onder fatsoenlijke omstandigheden.
Geen ongelukken, geen betalingsachterstanden, goede huisvesting en keurige lonen. Ook voor buitenlandse werknemers”, aldus Kerstens. FNV Bouw maakt zich altijd hard vóór werkgelegenheid en tegen oneerlijke concurrentie en slechte arbeidsomstandigheden.
Het is daarom bijzonder zorgelijk dat de Haagse en Groningse vergunningsverleners bij de aanbesteding van deze centrale niet alleen vergeten zijn om te kijken naar de belasting voor het milieu, maar ook vergeten zijn te bekijken welke sociale eisen ze moeten stellen aan die werkgelegenheid.
Bij de aanbesteding is echter alleen gekeken naar de lage kosten. Onvoldoende en zeker niet toekomstbestendig, zo zegt FNV Bouw. FNV Bouw is in het samenwerkingsverband FNV Eemshaven in gesprek met RWE/ Essent.
Kerstens: “Nu is het tijd dat ook de provincie en het Rijk hun verantwoordelijkheid nemen. De factoren mens en milieu moeten beiden zwaar wegen in de vergunningenprocedures.”
© Nationale Bouwgids
