De beursnotering gaat gepaard met een naamswijziging en een renteverhoging. De ledencertificaten worden volgend jaar omgedoopt tot Rabobank Certificaten. De minimumvergoeding stijgt dan van 5,2 procent naar 6,5 procent, wat volgens financieel topman Bert Bruggink de aantrekkelijkheid van het schuldpapier vergroot.

Rabobank zinspeelde er eerder al op de certificaten ruimer verhandelbaar te maken. De bank ziet namelijk steeds meer belangstelling van met name institutionele beleggers voor het beleggingsproduct. Tegelijkertijd deden veel leden hun certificaat de laatste maanden juist in de verkoop, onder meer door de onrust op financiële markten.

Onder meer de nationalisatie van SNS en de betrokkenheid van Rabobank bij het Libor-schandaal waren voor veel leden aanleiding om de certificaten van de hand te doen. De afgelopen weken werden maar liefst veertig miljoen stukken aangeboden, tegen een waarde van een miljard euro, zo schrijft Het Financieele Dagblad dinsdag.

Op dit moment heeft Rabobank voor 5,9 miljard euro aan certificaten uitstaan, een miljard minder dan een jaar geleden. Door het waardepapier naar de beurs te brengen, wil de bank voor een 'stabiele marktwerking' voor de certificaten zorgen.

Rabobank introduceerde de ledencertificaten, een soort obligaties, in juni 2000 in een poging om extra kapitaal op te halen. Tot dusver kon de bank alleen kapitaal ophalen door de verkoop van ledencertificaten of door winst in te houden. Door de beursnotering kan Rabobank op termijn ook via de kapitaalmarkt het eigen vermogen versterken.