GL-PvdA en D66 hekelen wispelturig beleid rond windenergie
Het demissionaire kabinet zit het bedrijfsleven dwars met “gezwabber” over de ambities voor meer windenergie op zee. Dat verwijt maakte GroenLinks-PvdA-Kamerlid Suzanne Kröger tijdens een verkiezingsdebat over de maritieme industrie, die daar volgens haar veel last van gaat hebben. Ook D66’er Jan Paternotte ziet “frustratie” bij bedrijven door onzekerheid rond de beschikbaarheid van energie.
Demissionair klimaat- en energieminister Sophie Hermans (VVD) wil de doelen voor windenergie op zee voor 2040 flink verlagen. De vraag naar stroom bij bedrijven die willen verduurzamen groeit volgens haar langzamer dan gedacht. Bovendien is de belangstelling bij bedrijven om windmolenparken aan te leggen afgenomen.
De minister heeft daarmee alleen maar meer onzekerheid gecreëerd, ziet Kröger. Ook de doelen voor de kortere termijn zijn daardoor onder druk gekomen. Er ligt nu “geen toekomstbestendig plan”, aldus het Kamerlid. “Het gaat er ook om dat je als nationale overheid zegt: dit zijn onze plannen en daar houden we ons aan.”
‘Keuzes’
Paternotte begrijpt evenmin dat Hermans op de rem wil trappen. “We zullen de komende tien jaar geen overschot aan energie hebben”, zei hij. Wat hem betreft gaan de plannen voor windenergie op zee volop door. “Wij hebben er de beste plekken voor: de Noordzee ligt voor onze deur.”
Daarnaast hamerde Paternotte op een voortvarende aanpak van het gebrek aan ruimte op het stroomnet. “Zorg dat we daar niet vijftien jaar op moeten wachten, die tijd hebben we niet.”
VVD’er Ruud Verkuijlen benadrukte dat uitbreiding van windenergie op zee “nog aan de orde is”. Dat het tempo omlaaggaat, noemt hij “een kwestie van keuzes maken”. Ook BBB-minister Robert Tieman (Infrastructuur) wees erop dat de opwekcapaciteit nog altijd fors toeneemt.
