Kabinet wijst grootschalige windmolenparken aan
DEN HAAG (Novum) - Het kabinet heeft in overleg met de provincies elf gebieden aangewezen waar tot 2020 nieuwe, grootschalige windmolenparken mogen worden aangelegd. Dat staat in de ontwerpstructuurvisie Windenergie op Land van de ministers van Infrastructuur Melanie Schultz van Haegen (VVD) en van Economische Zaken Henk Kamp (VVD), waarmee de ministerraad donderdag heeft ingestemd.
Het gaat om de gebieden Eemshaven, Delfzijl, N33, Drentse Veenkoloniën, Wieringermeer, IJsselmeer Noord, Flevoland, Noordoostpolderdijk, Rotterdamse haven, Goeree-Overflakkee en Krammersluizen. Dat zijn plaatsen waar het relatief vaak en hard waait.
De aangewezen gebieden zijn geschikt voor windenergieprojecten van meer dan honderd megawatt. Dit jaar zullen de provincies ook gebieden aanwijzen voor projecten die kleiner zijn dan honderd megawatt. Het is de bedoeling dat in deze gebieden samen zesduizend megawatt aan windenergie wordt opgewekt, wat neerkomt op tweeduizend molens. Die kunnen jaarlijks 3,6 miljoen huishoudens van elektriciteit voorzien.
De provincie Flevoland levert met 1370 megawatt de grootste bijdrage. Een deel van de aangewezen locaties is 'landelijk gebied met dorpen en verspreide huizen'. De bewoners zullen in een vroeg stadium worden betrokken bij de komst van de windturbines, belooft het kabinet.
Het is nu aan de markt om de windmolenprojecten daadwerkelijk te realiseren. Het kabinet wil dat in 2020 zestien procent van de energie duurzaam wordt opgewekt. Windenergie op land vormt daarbij een belangrijke bron.