Makelaarsland: woningmarkt is en blijft overspannen
In de eerste twee maanden van het jaar was nog 62 procent van de biedingen boven de vraagprijs. "De overgrote meerderheid denkt momenteel minstens tienduizenden euro’s boven de prijs te moeten gaan zitten om er tussen te komen", zegt Gijs van Wijgerden, directeur van Makelaarsland. Van die meerderheid denkt 37 procent momenteel met 20.000 tot 30.000 euro boven de vraagprijs een kans te maken. De rest denkt nog meer te moeten overbieden.
Verkopers verwachten in deze markt hun huis snel van de hand te kunnen doen. Bijna de helft denkt dat de woning binnen twee weken wordt verkocht. Bijna een kwart rekent erop dat het langer dan een maand duurt of geeft aan geen inschatting te kunnen maken.
Emigreren
Viisi Hypotheken laat weten dat 39 procent van de starters overweegt te emigreren vanwege de huidige woningcrisis. De hypotheekadviseur baseert dat op onderzoek onder meer dan duizend starters.
De helft van hen geeft aan dat ze momenteel minder ver in hun leven te zijn, dan ze op voorhand hadden verwacht. "Waar je in het verleden vaak al als twintiger een eerste woning kocht, is dit nu nog maar voor een enkeling weggelegd", zegt Hergen Dutrieux, medeoprichter van Viisi. "Dat een groot gedeelte van hen zelfs overweegt om te emigreren, laat zien hoe groot de wanhoop is." Liefst 82 procent van de ondervraagden noemt een eigen woning op dit moment onbereikbaar.
Woningtekort
De huizenprijzen in Nederland zitten al een tijd flink in de lift. Dat komt omdat het aanbod aan te koop staande huizen flink is geslonken, terwijl er nog wel veel mensen willen verhuizen. Ook zijn de hypotheekrentes nog altijd erg laag. Daardoor bieden kopers flink tegen elkaar op en hebben starters grote moeite om nog een huis te bemachtigen. Kenners waarschuwen al langer dat er veel meer huizen bijgebouwd moeten worden om het woningtekort aan te pakken.
In juli stegen de prijzen naar een recordniveau. Bestaande koopwoningen waren ruim 16 procent duurder in vergelijking met een jaar eerder, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Kadaster.
Door: ANP