Ten opzichte van het laatste kwartaal van 2021 zijn er 16,8 procent minder koopwoningen verkocht. In alle Nederlandse provincies was het aantal transacties zowel lager dan een jaar eerder als dan een kwartaal eerder. In Utrecht was de daling jaar op jaar met 38,6 procent het grootst, in Flevoland met 23,9 procent het minst grootst.

Prijsstijging in veel provincies boven de 20 procent

In 8 van de 12 provincies lag de prijsstijging van koopwoningen ten opzichte van een jaar eerder boven de 20 procent. Alleen in Overijssel, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg was de prijsstijging kleiner. Met 25,0 procent was de prijsstijging het grootst in Flevoland. In Limburg was de prijsstijging, met 17,1 procent, het kleinst.

Daling aantal transacties in Amsterdam 42,5 procent

In 3 van de 4 grootste steden (G4) was in het eerste kwartaal van 2022 de daling van het aantal transacties groter dan gemiddeld landelijk. Het aantal woningen dat in Amsterdam van eigenaar wisselde was 42,5 procent lager dan een jaar eerder. In Utrecht en Rotterdam kwam de daling uit op 37,6 en 34,4 procent. Alleen in Den Haag was de daling met 20,5 procent kleiner dan gemiddeld.

Van de G4 was de prijsstijging in Utrecht het grootst. Bestaande koopwoningen waren in de stad Utrecht 21,3 procent duurder dan een jaar eerder. De prijsstijgingen in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag waren met respectievelijk 19, 18,7 en 18,6 procent lager dan het landelijke gemiddelde van 20,3 procent.

Door: Nationale Bouwgids