Spanning op koopwoningmarkt vorig jaar weer verder opgelopen
De verkoopprijs van een verkochte woning kan worden vergeleken met de laatst bekende vraagprijs. In 2021 lag nog krap twintig procent van de transacties onder de vraagprijs, in 2020 was dit 38 procent. Maar liefst 73 procent van de transactieprijzen lag boven hun laatst bekende vraagprijs. Als er meer woningen boven de vraagprijs worden verkocht is dat een teken van een krapper wordende koopwoningmarkt.
In bijna alle gemeenten boven vraagprijs verkocht
In eerdere jaren was het boven de vraagprijs kopen een fenomeen van de grote steden en de regio Amsterdam. Dit komt inmiddels voor in het hele land. In 2021 werd nog maar in een aantal gemeenten gemiddeld onder de vraagprijs verkocht. Dit was voornamelijk in gemeenten met een relatief heel hoge gemiddelde transactieprijs zoals Blaricum, Laren en Wassenaar.
Opvallend is de mate waarin boven de vraagprijs wordt verkocht. In zeventien gemeenten lag de transactieprijs gemiddeld tien procent of meer boven de vraagprijs. In eerdere jaren was dit nog nergens het geval.
Minder aanbod woningen en kortere aanbodtijd
In 2014 werd een koopwoning nog anderhalf jaar aangeboden en een verkochte woning stond gemiddeld tien maanden te koop, maar dit is in rap tempo afgenomen. In 2021 stond een woning gemiddeld nog geen vier maanden te koop. Woningen die in 2021 verkocht zijn, stonden gemiddeld minder dan twee maanden te koop. Rekening houdend met de doorlooptijd tussen een koopovereenkomst en een geregistreerde overdracht bij de notaris, is de aanbodtijd naar een minimum gedaald.
Daarnaast is zichtbaar dat de lijnen naar elkaar toe zijn getrokken. Dit duidt erop dat ook de online aangeboden woningen die nog niet zijn verkocht, korter worden aangeboden. Ook deze indicatoren geven de krapte op de koopwoningmarkt goed weer, aldus Kadaster en CBS.
Door: Nationale Bouwgids