Huizenkoper kiest vaak woning met duurzaam energielabel
Sinds 2015 is het voor mensen die hun woning willen verkopen verplicht om een energielabel te registreren. Het aantal woningen dat werd verkocht met energielabel A, het meest duurzame label, bedroeg in het eerste kwartaal van dat jaar nog 14 procent. In het derde kwartaal van 2022 kwam dat aandeel uit op ruim 24 procent.
Tegelijkertijd zag het Kadaster een afnemende vraag naar woningen met een "slecht" energielabel, D of lager. Zo bedroeg het aandeel verkochte woningen met een dergelijk label in het eerste kwartaal van 2015 nog 43 procent. In het derde kwartaal van 2022 was dat gedaald naar ruim 33 procent.
Prijsstijging
Daarbij ziet het Kadaster dat de prijsstijgingen van minder duurzame woningen achterblijven in vergelijking met duurzamere woningen. De prijzen van huizen met een energielabel C of hoger stegen in het derde kwartaal van dit jaar met 10 procent op jaarbasis. Woningen met energielabel G, het laagst mogelijke label, stegen met minder dan 4 procent in prijs.
Naast de verschillen in energielabels tussen verkochte woningen, analyseerde het Kadaster ook in hoeverre de duurzaamheid verschilt per eigenaar. Daaruit blijkt dat woningcorporaties relatief veel duurzame woningen in bezit hebben, wat wil zeggen woningen met een energielabel A, B of C. Kleine investeerders bezitten relatief veel woonruimte met een energielabel D of lager, evenals woningeigenaren die zelf in het huis wonen.
Ook ziet het Kadaster de bereidheid van woningeigenaren om te investeren in duurzaamheid met de jaren afnemen. Zo is 75 procent van de eigenaren tot 45 jaar bereid geld te stoppen in een duurzamer huis of appartement. Van alle 55- tot 64-jarigen is dat minder dan 60 procent. Slechts 27 procent van de woningbezitters ouder dan 75 jaar wil nog energiebesparende maatregelen nemen.
Door: ANP