Brussel staat vervroegde verkoop ING-hypotheken toe
De Europese toezichthouder moest toestemming geven voor de transactie omdat het om staatssteunzaak gaat. Nederland nam in 2009 tachtig procent van het risico op de Amerikaanse hypotheken over van ING. De bank en verzekeraar kon de producten nauwelijks nog verhandelen door de crisis op de Amerikaanse woningmarkt en dreigde daardoor in de problemen te komen.
De Nederlandse staat betaalde ongeveer 28 miljard euro voor de hypotheekobligaties. Dat bedrag werd gefinancierd met een lening. Doordat veel Amerikaanse huiseigenaren sindsdien een hun hypotheek fors hebben afgelost, is die lening inmiddels voor een groot deel terugbetaald. Momenteel staat nog ongeveer zes miljard euro open.
ING en de regering willen die hypotheken nu vervroegd verkopen, zo maakte minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) begin november bekend. Die verkoop levert de schatkist overigens geen windeieren op: de waarde van de obligatieportefeuille is nu naar verwachting 6,4 miljard euro waard.
Naast die winst van vierhonderd miljoen euro bij verkoop krijgt de staat ook nog eens 395 miljoen euro van ING als compensatie voor het wegvallen van de toekomstige garantievergoeding. Elk jaar betaalde de bank compensatie aan de staat voor het gelopen risico. Door de vervroegde verkoop loopt Nederland die vergoedingen nu mis.
De Europese Commissie moest onder meer oordelen of ING er met dat bedrag niet te voordelig vanaf komt en dus steun krijgt. De commissie stelt echter dat dit niet het geval is.